dewanhopigezoeker

De wanhopige zoeker

(Fragment uit “How to quit church without quitting God.”) Door: Martin Zender

 Verslaggever: Sally, ik ben één van die mensen die op zoek zijn naar God. Op dit moment overweeg ik de Christelijke religie. Maar is het waar dat, ondanks dat Jezus Christus kwam om de zonde van de wereld weg te nemen – ik denk nu aan Johannes 1:29 – zonde nog altijd miljoenen voor eeuwig gescheiden zal houden van God?

   Sally: Ja, dat is zo, Jim. Mensen moeten Jezus vragen om vergeving. Anders zullen hun zonden hen voor altijd achtervolgen.

   Verslaggever: Dus Jezus nam in feite niet de zonde van de wereld weg?

   Sally: Ja en nee.

   Verslaggever: Kun je dat uitleggen?

   Sally: Tuurlijk. Hij neemt de zonde weg voor mensen die Hem daarom vragen. En niet voor mensen die dat niet vragen.

   Verslaggever: Maar dit vers zegt dat Hij het voor de wereld doet. Het zegt: “Zie, het Lam Gods, Dat de zonde der wereld wegneemt.”

   Sally: Ik weet dat het vers dat zegt, maar dat bedoelt het niet.

   Verslaggever: Hoe… zit dat?

   Sally: Dát is een Christelijk mysterie.

   Verslaggever: Wat houdt een Christelijk mysterie in?

   Sally: Alles wat we niet begrijpen en niet over na zouden moeten denken.

   Verslaggever: Ik heb gehoord dat Jezus kwam om het werk van de duivel ongedaan te maken. Al het kwaad. Dat vind ik heel interessant.

   Sally: O, Ja! Ik hou van die waarheid. Jij denkt aan 1Johannes 3:8.

   Verslaggever: Ja. Maar is het niet ook waar – volgens jouw geloof – dat de duivel de meerderheid van de mensen naar de hel zal leiden, waar zij voor eeuwig verdoemd zullen zijn?

   Sally: Ja.

   Verslaggever: Maar als de duivel dit doet, hoe zit het dan met het feit dat Jezus zijn werk ongedaan gemaakt heeft?

   Sally: (haar oren dicht stoppend) A-maaaa-zing graaaaacccccce….

   Verslaggever: Sally! Ik meen het serieus. Ik moet je iets vragen omtrent mijn nichtje. Mijn nichtje Judy was een heel lieve meid. Mijn broer en zijn vrouw lazen haar Bijbelverhalen voor toen zij een kind was. Ze namen haar mee naar de kerk. Op een avond, drie maanden geleden, vroegen ze haar of ze een persoonlijke keuze had gemaakt voor Jezus. Ze zei – en mijn broer zal dit nooit vergeten –   “Nee, nog niet.” Sally, diezelfde avond stierf mijn nichtje door een auto-ongeluk.

   Sally: Wat vreselijk. Dat vind ik heel erg. Hoe oud was ze?

   Verslaggever: Vijftien.

   Sally: Dat spijt me heel erg.

   Verslaggever: Waarom?

   Sally: Als ze elf of twaalf was geweest, dan had ze nog een kans gehad. Maar ze was oud genoeg om beter te kunnen weten.

   Verslaggever: Om wat beter te kunnen weten?

   Sally: Misschien moeten we hier maar niet over praten.

   Verslaggever: Je moet het me vertellen.

   Sally: Jouw nichtje had een kans om Jezus aan te nemen, maar daar heeft ze geen gebruik van gemaakt.

   Verslaggever: (verbaasd) Redding hangt af van kansen?

   Sally: Ja. Ik had een kans en die nam ik. Ik won. Judy had ook een kans, maar zij verloor.

   Verslaggever: Maar ik dacht dat Jezus kwam om zondaars te redden. En volgens wat anderen me verteld hebben, is het niet aannemen van Jezus absoluut een zonde.

   Sally: Dat is zeker een zonde. Het is de allerergste zonde en jouw nichtje was absoluut een zondaar. Maar je snapt het niet; Jezus redt alleen diegenen die Hem aannemen.

   Verslaggever: Maar moet men niet stoppen met zondigen om Hem aan te nemen? Ik bedoel, als ongeloof een zonde is, zou geloof dan niet de stopzetting van zonde zijn?

   Sally: (opnieuw naar haar oren grijpend) A-maaaaaa-zing graaaaaaccccce…

   Verslaggever: Sally! Het komt erop neer dat je me vertelt dat Jezus alleen “zondaars” redt die stoppen met zondigen.

   Sally: (haar vingers voor een ogenblik ontspannend) …die lang genoeg stoppen met zondigen om Hem aan te nemen.

   Verslaggever: Maar ze moeten tenminste voor dat korte moment stoppen met zondigen.

   Sally: Oké, voor tenminste dat korte moment! Maar Hij redt nog altijd zondaars en niets van wat jij zegt zal me van gedachten doen veranderen.

   Verslaggever: Waar is Judy nu?

   Sally: Je hebt me in een ongemakkelijk hoek gedreven. Ik hou er niet zo van om dit stuk van Het Goede Nieuws met je te delen, maar ik ben evangelist in opleiding, dus vooruit maar. Vanaf het moment dat jouw nichtje stierf is ze gemarteld in hellevuur. Ze heeft deze paar weken al meer geleden dan ik in een heel leven zal lijden; van jou weet ik dat nog niet. En haar kwellingen zijn nog maar net begonnen.

   Verslaggever: Maar ik dacht dat God van Judy hield!

   Sally: Dat doet Hij ook, maar liefde is moeilijk. Zou jij geen dierbaren voor eeuwig martelen als ze jou niet zouden waarderen?

   Verslaggever: Nee! Nog geen vijf minuten!

   Sally: Nou ja, jij bent God niet. Gods liefde is niet onze liefde. Daarom moeten Christenen God vrezen en Zijn geboden onderhouden.

   Verslaggever: Vanwege wat Hij hen aan zal doen als ze dat niet nakomen?

   Sally: Angst en dreigementen maken allemaal deel uit van Het Goede Nieuws.

   Verslaggever: En die laten jou de Heer prijzen?

   Sally: Honderd keer per dag! Jij zou de Heer moeten prijzen.

   Verslaggever: Hoe zou ik de Heer kunnen prijzen als het waar is wat jij me vertelde?

   Sally: Je moet je verstand trainen om niet meer aan Judy te denken.

   Verslaggever: Dat kan ik niet!

   Sally: Dat komt omdat je nog geen Christen bent. Als je naar de hemel gaat zul je in staat zijn om aan niemand meer in de hel te denken. Zal dat niet fantastisch zijn? Ik ben nu al aan het oefenen. Je zou echt Jezus moeten aannemen. Hij is een geweldige Redder!

   Verslaggever: Geweldig? Het klinkt verdomme niet echt alsof Hij geweldig werk doet.

   Sally: Je vloekte!

   Verslaggever: !#$&!%&!$& Wat zeg je me daarvan? Dat heb ik al jaren niet gezegd!

   Sally: (haar oren dichtstoppend) Het is afschuwelijk! Stop! A-maaaaa-zing graaaaaccccce…!

   Verslaggever: Jouw doctrine zet me daartoe aan! Dit zogenaamde goede nieuws brengt me geen vrede. Het maakt me van streek en kwaad op God.

   Sally: Wát?

   Verslaggever: Haal die vingers uit je oren! Ik zei dat jouw evangelie me geen goed gevoel geeft. Het trekt me niet tot God.

   Sally: Dat komt omdat je nog geen Christen bent. Je moet Jezus aannemen en een beetje snel ook, voordat je sterft.

   Verslaggever: Neemt Jezus mij aan? Is Jezus mijn Redder?

   Sally: Dat hangt ervan af.

   Verslaggever: Waarvan?

   Sally: Het hangt ervan af of je wel of niet gelooft dat Hij jouw Redder is.

 

   Verslaggever: Hij is niet mijn Redder totdat ik geloof dat Hij mijn Redder is?

   Sally: Ja, precies.

   Verslaggever: Waarom zou ik iets willen geloven dat niet waar is?

   Sally: Huh?

   Verslaggever: Je zei net dat, totdat ik geloof, Jezus niet mijn Redder is. En ga nou niet weer zingen; waarom zou ik iets geloven dat niet waar is?

   Sally: Maar het is waar.

   Verslaggever: Wat is waar?

   Sally: Jezus is jouw Redder.

   Verslaggever: Tjonge, dat was snel; Hij is alweer van gedachten veranderd. Laat me nu eens even nadenken of ik dat wil geloven of niet.

   Sally: Nee. Je snapt het niet. Als je niet gelooft dan is Hij niet jouw Redder.

   Verslaggever: Sally, alsjeblieft. Ik wil geloven wat waar is. Als het waar is dat Jezus mijn Redder is dan zou ik dat willen geloven. Als Hij niet mijn Redder is, dan zal ik zeker niet zo stom zijn om iets te geloven dat niet waar is. Dus hou op met dat eromheen draaien. Ik moet het weten. Is Jezus mijn Redder of niet?

   Sally: Ik heb het al gezegd! Hij is niet je Redder totdat je gelooft dat Hij je Redder is.

   Verslaggever: Verdomme! Nu is Hij weer niet mijn Redder!

   Sally: Je vloekte weer!

   Verslaggever: Ik kon er niks aan doen.

   Sally: Kijk. Alles hangt af van wat jij doet.

   Verslaggever: Ahh! Nu komen we tot de kern van de zaak. Ik bepaal of ik gered ben of niet.

   Sally: Dat zei ik niet precies.

   Verslaggever: Maar dat is de logische conclusie.

   Sally: Logica is van de duivel! Ik bestraf je, Satan!

   Verslaggever: Maar je zei net dat alles afhangt van wat ik doe.

   Sally: Dat doet het ook.

   Verslaggever: Maar ik dacht dat redding een gratis geschenk was.

   Sally: Dat is het ook! Redding is een gratis geschenk. Het is genade! En genade is een gratis geschenk. Gratis, gratis, gratis! Je kunt niets doen om jezelf te redden. Niets, niets, niets!

   Verslaggever: Maar je zei net dat mijn redding afhangt van wat ik doe!

   Sally: Dat doet het ook.

   Verslaggever: Sally, ik denk dat ik net een nieuwe religie heb gevonden.

   Sally: Prijs de Heer!

   Verslaggever: Nee, prijs Heineken. Mijn nieuwe religie is bier.

 

 

 

*******

 

 

Vertaling: Anke Pronk-Waterlander

 

www.pronk-stukjes.nl

 

*******
Vertaling: Anke Pronk-Waterlander
www.pronk-stukjes.nl