Wie ben ik?

Mijn naam is Anke Pronk. Ik heb 100% Fries bloed door de aderen stromen, maar ik ben geboren (1956) en getogen in Den Haag. Ik heb een man, een zoon en een kleindochter.

Mijn ouders gingen ‘s zondags naar de ‘Vergadering van Gelovigen’ en toen ik van de zondagsschool afkwam werd ik daar ook mee naartoe genomen. Thuis werd er veel over het geloof gediscussieerd met een oom en tante, helaas ook op verjaardagen…

Toen ik zeventien was had ik een gesprek met mijn moeder over de ellende in de wereld en ik zei tegen haar: ‘Maar het zou toch kunnen dat God op een dag alles weer in orde maakt?’ ‘Ja zeg,’ antwoordde mijn moeder, ‘dat is de Alverzoening, die denken dat iedereen zomaar huppakee de hemel in mag.’ Hoe onjuist haar opmerking was zou ik pas jaren later ontdekken.

Na een scheuring bij de ‘Vergadering’ ging ik (ondertussen getrouwd) naar een evangelische groep in Den Haag. Daar heb ik 23 jaar lang talloze sprekers aangehoord en ik heb er de bibliotheek bijgehouden, wat me de kans gaf veel in te kopen wat ik zelf wilde lezen. Antwoorden op mijn prangende geloofsvragen vond ik echter niet.

Mijn grootste zorg in al die jaren was hoe door te dringen tot mijn ongelovige familie en vrienden om hen te vertellen dat ze Jezus nodig hadden. Ze luisterden braaf, maar bekeren ho maar en naarmate ik ouder werd begon de angst dat zij verloren zouden gaan als een steen op mijn hart te drukken. In mijn gebeden bracht ik mijn dierbaren onder Gods aandacht met verzachtende omstandigheden: ‘Heer, U weet toch dat ze op school de evolutietheorie…’ enz.

De steen op mijn hart werd steeds zwaarder. Als ik naar de prachtige natuur keek, kon ik me niet voorstellen dat de Schepper van al dat moois mijn dierbaren zou verstoten, alleen maar omdat ze iets anders geloofden dan ik.

En toen was daar, eind 2006, die opmerkelijke boekrecensie in de EO-Visie van ‘De onweerstaanbare liefde van God’ door Thomas Talbott en alles in mij zei: ‘Hebben!’ In de evangelische boekwinkel, waar ik al jaren kwam, reageerde men geschokt: ‘Maar zuster.., dat is de Alverzoening…’ Met gekromde tenen heb ik het boek besteld via internet. Na het eerste hoofdstuk was ik al om, dit was zó logisch wat ik allemaal las. Waarom had ik dat zelf niet uitgevogeld? Het viel me op dat de schrijver vaak verwees naar de oorspronkelijke Hebreeuwse of Griekse tekst.

Dus God wist allang dat Adam en Eva van die verboden boom zouden eten! Sterker nog: het was zelfs Zijn bedoeling dat zij ervaring zouden opdoen met goed en kwaad! Al lezende verdween mijn grauwsluier en werden mijn ogen en hart geopend. Kort daarna typte ik bij Google het woord ‘alverzoening’ in en de websites die toen in beeld kwamen heb ik in de maanden daarna zo ongeveer geplunderd. De satirische schrijfstijl van de Amerikaan Martin Zender sprak me zo aan dat ik besloot om een aantal van zijn boeken te gaan vertalen (met toestemming). Hiermee was de basis gelegd voor mijn eigen website.

Inmiddels heb ik heel veel gelezen en bekeken via internet en talloze lezingen en Bijbelstudiedagen bijgewoond. Het meest betrouwbaar vond/vind ik de studies van hen die kennis hebben van Hebreeuws en/of Grieks, de talen waarin Gods Woord werd geschreven. Alles wat ik op die manier leerde leidde ertoe dat ik zelf ook artikelen durfde te gaan schrijven.